Griep

griepprik tegen griepWat is griep?

Griep wordt veroorzaakt door het influenza virus en is een besmettelijke ziekte. Het virus infecteert de luchtwegen waardoor u zich ziek voelt en koorts krijgt. Het influenza virus verandert steeds van vorm. Daardoor kunt u ieder jaar de griep krijgen en moet u jaarlijks een nieuwe griepprik halen als u voor de griepprik in aanmerking komt.

Voor de meeste mensen is griep geen ernstige ziekte en het gaat na een dag of vijf vanzelf over. Voor een bepaalde groep mensen kan griep wel ernstige gevolgen hebben. Er kunnen bijvoorbeeld complicaties optreden. Ook kunnen aandoeningen die men al had voorafgaand aan de griep, verergeren.

U kunt besmet raken met het influenza virus als u het inademt of als het via uw handen in de neus of mond terecht komt. Als veel mensen tegelijk de griep hebben in een bepaalde regio of in een land, spreken we van een griepepidemie.

Symptomen van griep

  • koorts;
  • spierpijn;
  • keelpijn;
  • hoofdpijn;
  • hoesten of niezen;
  • verstopte neus;
  • rillerig gevoel.

Griep en verkoudheid worden weleens verward. Bij griep bent u vaak erg ziek en heeft u koorts. Als dat niet het geval is, dan heeft u waarschijnlijk geen griep, maar bent u verkouden.

Risicogroepen

Mensen die tot risicogroepen behoren hebben een grotere kans op complicaties bij griep. Tot deze risicogroepen behoren mensen:

  • van 60 jaar en ouder;
  • met een verminderde weerstand;
  • die bepaalde medische behandelingen ondergaan die de weerstand aantasten (bijvoorbeeld bij een chemokuur);
  • met longaandoeningen;
  • met hart- en vaatziekten;
  • met diabetes of een nierziekte.

Als u tot een van deze risicogroepen behoort, dan wordt u door uw huisarts opgeroepen voor een griepprik.

De griepprik

De griepprik wordt ieder jaar gegeven aan mensen die tot bovengenoemde risicogroepen behoren. Daarnaast stellen sommige werkgevers hun werknemers in de gelegenheid ook een griepprik te halen. Verder kunt u altijd zelf een griepprik aanvragen bij uw huisarts, maar deze wordt niet vergoed door uw verzekeraar.

De griepprik verkleint de kans op griep, maar kan het niet voorkomen. Als u griep krijgt en beschermd bent door de griepprik, dan zal de ziekte milder verlopen. Verder is de kans op complicaties kleiner. Als u een bepaalde aandoening heeft (bijvoorbeeld een longaandoening) dan is de kans kleiner dat deze verergert door de griep, dan wanneer u geen griepprik heeft gekregen.

Wat kunt u zelf doen bij griep?

Als u griep heeft is het belangrijk om voldoende rust te nemen en goed uit te zieken. Daarnaast kunt u de symptomen proberen te verminderen:

  • U kunt paracetamol slikken tegen keelpijn, spierpijn of hoofdpijn.
  • Hoestklachten kunt u verminderen door een hoestsiroop te gebruiken, maar ook door een theelepel honing te laten smelten op uw tong of op een dropje te zuigen.
  • Het is belangrijk dat u voldoende blijft drinken. Door de koorts en neusverkoudheid verliest u meer vocht dan normaal. Keelpijn zal ook verminderen als u goed drinkt. Drink bij keelpijn iets kouds of neem een waterijsje.
  • Hoofdpijn kan onder andere veroorzaakt worden door een verstopte neus. Om weer vrij te kunnen ademen, kunt u gaan stomen. Voeg echter geen menthol of eucalyptus toe aan het water, dit kan de luchtwegen irriteren. Stomen is niet geschikt voor kinderen. U kunt eventueel een neusspray gebruiken of spoelen met een zoutoplossing. Als de neus weer vrij is, verdwijnt de hoofdpijn meestal ook.

Wanneer moet u contact opnemen met de huisarts?

Kinderen reageren anders op griep dan volwassen. Neem direct contact op met uw huisarts als uw kind:

  • tot een van de risicogroepen behoort;
  • jonger dan 2 jaar is en griep heeft;
  • ouder dan 2 jaar is en langer dan 3 dagen koorts heeft;
  • een erg zieke of lusteloze indruk maakt of suf is;
  • plotseling koorts krijgt na verblijf in de tropen (dit kan duiden op malaria en zo’n aanval kan tot een jaar na terugkeer uit de tropen optreden).

Als u griep heeft neem dan contact op met de huisarts als u:

  • tot een van de risicogroepen behoort;
  • kortademig wordt;
  • benauwdheid bent of een piepende ademhaling heeft;
  • veel slijm ophoest;
  • suf bent;
  • niet voldoende kunt drinken of niet voldoende plast;
  • langer dan vijf dagen koorts heeft;
  • enkele dagen koortsvrij bent geweest en de koorts weer opkomt;
  • u langer dan vijf dagen pijnklachten ervaart zoals pijn tijdens het kauwen, pijn in de bovenkaak of pijn die erger wordt als u voorover bukt (dit kan duiden op een voorhoofdsholteontsteking);
  • plotseling koorts krijgt na verblijf in de tropen (dit kan duiden op malaria en zo’n aanval kan tot een jaar na terugkeer uit de tropen optreden).